Sustainability – Duurzaamheid

Een paar jaar geleden kreeg iSustainability_foto 1k van een vriendin bijenwasdoekjes die ik in plaats van plastic folie kon gebruiken voor het afdekken van schaaltjes en voor het bewaren van groente en fruit, goed voor het reduceren van plastic zei ze… De doekjes hadden leuke patroontjes, maar ik vond ze maar wat onhandig, ik kon niet zien wat er in de schaaltjes zat en daarbij moest ik ze ook nog afwassen na gebruik (nog meer werk!). Ze hebben vervolgens dan ook een jaar in de kast gelegen, maar zijn nu niet meer uit onze koelkast weg te denken. Het duurde blijkbaar even voordat ik ‘klaar was’ om ze te gaan gebruiken, oftewel ietsepietsie moeite wilde doen om het plastic gebruik in ons huis te verminderen.

Ik ben hetzelfde proces doorgegaan met onze vlees-inname. Nu alweer zo’n jaartje of zes geleden kregen we goede vrienden op bezoek die vegetarisch waren en waarmee we aardig wat discussie hebben gehad over de voordelen van vegetarisch eten: dierenleed, milieu en natuurlijk gezondheid. Leuk allemaal, maar daar waren we toen nog helemaal niet klaar voor. Nu is het gebruik van vlees in onze eigengemaakte maaltijden echter verwaarloosbaar, mede dankzij een hele map vol met lekkere (en relatief makkelijke) vegetarische recepten!

Bewustwording en kleine stapjes in de goede richting maken, dat kenmerkt de afgelopen jaren voor mij. Sommige significante veranderingen zijn relatief makkelijk te realiseren als je eenmaal hebt besloten om erin te investeren (zonnepanelen en een hybride auto), maar veel veranderingen kosten meer tijd en moeite, niet alleen omdat dingen daadwerkelijk meer tijd kosten, denk bijvoorbeeld aan het scheiden van afval en minder gebruik van wegwerpproducten (dus meer schoonmaken), maar met name omdat het gedragsverandering vereist en je hier ‘klaar’ voor moet zijn.

Ik ben er bijvoorbeeld ‘niet klaar voor’ om minder vlieguren te gaan maken. Als je in Zuid-Australië woont, je familie aan de andere kant van de wereld leeft, je een baan hebt waarbij internationale bijeenkomsten verre van ongebruikelijk zijn en je passie reizen is (en je dit niet wilt opgeven)….. dan moet je of het vliegtuig pakken of héél véél tijd hebben…. Mijn gedrag veranderen is hier dus vooralsnog een ‘nee’, maar we kunnen natuurlijk wel wat doen. We gaan daarom vanaf nu de CO2-uitstoot van al onze vluchten compenseren: in ruil voor de CO2-uitstoot die wij veroorzaken met vliegen, gaan we projecten steunen waarmee CO2 uit de lucht wordt gehaald. Niet ideaal, maar beter dan niets doen!

Voor kleding geldt dit ook. De kledingindustrie is verantwoordelijk voor meer CO2-uitstoot dan bijvoorbeeld de luchtvaart en voor één kledingstuk worden duizenden liters water gebruikt (7.000 liter voor een spijkerbroek!). Hoewel ik weet dat tweedehands winkelen echt de allerbeste optie is, kan ik me hier niet toe zetten. De kleren die ik ooit tweedehands heb gekocht hangen gewassen en ongedragen in de kast… Wat ik echter wel kan is bewuster winkelen en me meer verdiepen in duurzame merken, iets waar ik aan ga werken in het komende jaar!

Sustainability_foto 2Kleine stapjes dus, maar ik doe mijn best. Als iedereen dit zou doen, dan zou het  hele mooie grote stap zijn. De grootste stappen kunnen echter alleen worden gemaakt op beleidsniveau. Nederland lijkt het hierin al erg goed te doen. In Australië zijn hopelijk, na deze rampzalige zomer vol met bosbranden, de ogen ook opengegaan!

Tanja

Kamp

kampEen paar weken geleden was het schoolkamp van miss L. Dit jaar was het laatste jaar dat er ouders mee mochten. Nou ja ‘mochten’, hulp was zwaar gewenst. De animo van ouders was, zoals misschien wel te verwachten, niet al te hoog. Het vooruitzicht van twee (hele) korte nachten in nogal primitieve omstandigheden was blijkbaar niet woest aantrekkelijk. Eén nacht moest echter kunnen, dacht ik.

Nadat ik op locatie aankwam bleek dat er voor mijn groepje, vissen op het programma te staan. Toen ik lachend zei dat ik dan ook nog wat kon leren aangezien ik nog nooit een vishengel in mijn hand had gehad, werd mij rustig medegedeeld dat ik als enige volwassene bij deze activiteit stond ingedeeld.

Dat het hier redelijk ongewoon is dat je niet kunt vissen werd me snel duidelijk, zoals het voor de anderen ook vrij snel duidelijk werd dat ik het echt niet grappig vond om dit alleen met een groep kinderen te moeten gaan doen. Nadat ik had aangegeven dat ik een telefoonnummer wilde hebben dat ik kon bellen in het geval we een vis zouden vangen (die dus van de haak zou moeten worden gehaald), werd uiteindelijk besloten dat het misschien toch wel handiger zou zijn als er iemand met me mee zou gaan. Een goede beslissing aangezien de kans anders groter zou zijn geweest dat de kinderen elkaar aan de haak hadden geslagen (wat zijn die haakjes scherp!), dan dat we een vis hadden gevangen.

Iedereen heeft uiteindelijk gelukkig een goede viservaring gehad. Daarnaast werd er ook nog paardgereden, geploegd, melk gegeven aan kalfjes, en boter gemaakt. Het thema was dus duidelijk ‘de boerderij’, volgend jaar worden het de mijnen in Victoria en het jaar erna de (politieke) geschiedenis in Canberra, waar ze met het vliegtuig naar toe gaan. Heel wat anders dan toen wij jong waren. Eén schoolkamp in het laatste jaar van de lagere school. Daar keken we dus jaren naar uit: op de fiets naar een klooster 30 kilometer verderop. Een thema… dat was er volgens mij niet, maar het was in ieder geval ook een ervaring om nooit te vergeten.

Naast dat ene schoolkamp, waren er voor ons de jaarlijkse sportkampen. Voor mij altijd een wat dubbele ervaring. Hoewel ik het overdag geweldig vond, was ik geen fan van de nachten. Mijn ouders hebben me dan ook erg vaak ’s avonds moeten ophalen om me vervolgens ‘s ochtends weer terug te brengen. Tsja, dat doe je als ouder, net zoals de nacht doorbrengen op een plastic matras onderin een stapelbed in een kleine muffige kamer met zeven kinderen die met hun vieze voeten meerdere keren op je kussen hebben gestaan…. 🙂

Tanja

Scheldwoorden

scheldwoordenIn de vierde klas, tegenwoordig groep 6, begon iedereen het scheldwoord ‘sh*t’ te gebruiken. We wisten in het begin niet eens wat het betekende, maar het klonk wel stoer. Onze destijds al wat oudere juf was er zeker niet van gecharmeerd en heeft er echt alles aan gedaan om het gebruik te ontmoedigen, zonder resultaat. Het zit nu zo in mijn systeem dat ik echt niet kan voorkomen dat ik het S-woord gebruik als er wat mis gaat. Dat ik hierin niet de enige ben werd wel duidelijk toen er een Nederlands vriendinnetje op bezoek was die eerst het S-woord zei, daarna miss L heel verschrikt aankeek en zei: ‘sh*t, dat kan ik niet zeggen hè…?’.

Miss L weet natuurlijk maar al te goed wat het woord betekent en kijkt me altijd hevig geshockeerd aan wanneer ik het weer eens gebruik. Ze is zelf helemaal niet van de scheldwoorden en draait zelfs de radio uit als bijvoorbeeld ‘little lion man’ van Mumford and Sons er op is, om te voorkomen dat het F-woord door de woonkamer schalt.

Ik ben verwant aan het F-woord, mijn achternaam blijkt namelijk te worden gebruikt in plaats van ‘f*cking’. Dit heugelijke feit vernamen we tijdens het reizen, nadat iemand spontaan in de lach schoot toen Mr B mijn naam doorgaf. Sindsdien heb ik toch echt wat meer moeite om mijn naam te gebruiken en ik maak tegenwoordig dan ook vaak gebruik van de achternaam van mijn hubbie.

Tijdens onze bezoeken aan Nederland valt het me op hoe vaak het F-woord tegenwoordig onder jongeren wordt gebruikt. Het zou natuurlijk kunnen dat ik me er alleen meer van bewust ben (aangezien miss L natuurlijk Engels spreekt), maar het lijkt erop dat het gebruik redelijk gewoon is geworden. De eerste super spontane reactie van Suzanne Schulting na het winnen van olympisch brons was bijvoorbeeld ongeremd en doorspekt met het F-woord. Niet te onderdrukken, het zit blijkbaar in haar systeem.

Deze week deden we lopend naar een restaurant een spelletje wie er zoveel mogelijk Nederlandse voornamen wist met bepaalde letters van het alfabet. Toen de letter ‘W’ aan de beurt was riep ik hard ‘Willie’. Er liep een ouder stel achter ons en ik kon wel door de grond zakken, want hoe leg je uit dat je ‘out of de blue’ ineens heel hard ‘piemeltje’ roept…

Tanja

Afkomst

nlpaspoortIk besef maar al te goed hoe gelukkig ik moet zijn dat ik in een land als Nederland ben geboren. Het hebben van een westers paspoort opent letterlijk en figuurlijk deuren en betekent dus vrijheid. Niet het soort van vrijheid dat je zelf creëert, maar vrijheid die je in de schoot krijgt geworpen omdat je op de ‘juiste’ plek in de wereld bent geboren. Wat je er uiteindelijk mee doet is natuurlijk een tweede, maar het is wel een erg goede start.

Onze emigratie is dan ook ook behoorlijk gefaciliteerd doordat we Nederlands zijn, het Nederlandse educatiesysteem hoog aangeschreven staat en we door onze afkomst niet direct worden gezien als ‘profiteurs’ van een ander sociaal stelsel. Wij hebben vanaf het begin positieve reacties van Australiërs gehad op onze emigratie. Mensen waren geïnteresseerd in onze gewoonten zoals bijvoorbeeld het vieren van Sinterklaas. En wanneer miss L en ik op het schoolplein Nederlands met elkaar praten, wordt dat ook absoluut niet als een probleem gezien. Ik vraag me echter wel eens af hoe anders het zou zijn geweest als we bijvoorbeeld Syrisch of Marokkaans zouden zijn. Zouden we dan ook in aanmerking zijn gekomen voor een visum, zouden mensen onze gewoonten dan nog steeds interessant vinden, en zouden ze dan heel misschien het praten in een andere taal als gebrek aan integratie zien?

Natuurlijk hangt de mate waarmee je door mensen wordt geaccepteerd ook af van de mate waarop je je aanpast. Hoewel Nederlanders over het algemeen vinden dat we hier heel goed in zijn, valt dat in praktijk volgens mij nog wel eens tegen. ‘Wij Nederlanders’ vinden uiteindelijk namelijk nogal vaak dat onze manier de beste is. Ik was me in de eerste jaren bijvoorbeeld ontzettend bewust van allerlei verschillen tussen Australië en Nederland. In de sociale communicatie, zoals bijvoorbeeld het minder vaak handen geven, het bedeesder opstellen van de Australiër, het minder direct zijn en ja misschien het toch ook het wat minder strikt met afspraken zijn, maar ook praktische zaken zoals het voor je eigen drankje betalen als je uit gaat, de manier van bbq’en (alles in één keer klaarmaken en dan met z’n allen aan tafel gaan) en het dragen van een schooluniform. Hoewel ik me grotendeels aanpaste, benoemde ik deze verschillen keer op keer. Niemand die echter tegen me heeft gezegd dat ik maar terug moest gaan naar Nederland als het me niet aanstond. Dat we deze ‘rigide’ gedachten hebben vinden we van onszelf heel normaal, aanpassen kost immers tijd. Maar waarom gaan de haren ons dan vaak overeind staan als mensen van een andere cultuur hetzelfde gedrag vertonen?

AUSpassportWe hebben voor Miss L een aanvraag ingediend voor een Australisch paspoort. Als het goed is mag ze ook van Nederland een dubbel paspoort hebben, iets wat er voor Mr. B en mij niet inzit maar dat is een ander verhaal. Zoals voor veel 9-jarigen is haar droom om ooit naar de Olympische spelen te mogen. Toen ik haar vroeg voor welk land ze dan wilde spelen, kwam er een heel vlot antwoord, Australië natuurlijk. Ze leek verbaasd dat ik deze vraag überhaupt stelde. Ik had in mijn naïviteit een ander antwoord verwacht en moest wel even slikken. Mocht het dus ooit zover komen dan zitten wij, net als de familie van Ted-Jan Bloemen deze week in Zuid-Korea, ook in een andere kleur dan oranje op de tribune..

Tanja

De witte haai

witte haaiDe kust van Zuid-Australië is het territorium van de witte haai die gemiddeld tussen de drie en vijf meter lang wordt. Hij staat bekend als agressief, maar is niet zo agressief als velen denken en bijvoorbeeld in de film ‘Jaws’ wordt geschetst. Sinds kort volg ik op Facebook ‘Shark Watch South Australia’ waar wordt gemeld wanneer er haaien worden gesignaleerd in Zuid-Australië. Dit gebeurt elke dag. Toch zijn er in heel Australië in 2017 ‘maar’ 19 aanvallen van de witte haai op mensen geregistreerd, waarvan er ‘slechts’ één fataal was.

Ik ben me hier in Zuid-Australië echter altijd erg bewust geweest van de mogelijke aanwezigheid van deze enorme beesten. Ik denk eigenlijk dat ik hier geen duik heb gemaakt zonder dat ze in mijn gedachten waren. Tot nu toe lijken het echter alleen de witte haaien te zijn die mij angst aanjagen. Tijdens verschillende duiken in Egypte, de oostkust van Australië en Fiji heb ik frequent haaien gezien zonder dat mijn hartslag maar iets omhoog ging. Zelfs bij het snorkelen met zeehonden (een belangrijke voedingsbron voor haaien) in een gebied aan de zuidoost kust waar volgens de gids wel haaien maar geen witte haaien voorkwamen, was ik volledig op mijn gemak.

DCIM100GOPROGOPR0300.JPGHet afgelopen weekeinde hebben we bij een nabij gelegen rif (Port Noarlunga) gesnorkeld. Dit rif ligt aan het eind van een pier en strekt zich vanuit daar naar links en rechts uit. We hadden er dus voor kunnen kiezen om naar het eind van de pier te lopen en vanaf daar te gaan snorkelen. In plaats daarvan hadden we echter het plan opgevat om van het strand naar het rif te zwemmen, waardoor we een heel stuk diep water moesten overbruggen. Ik heb mijn angsten wijselijk voor me gehouden maar kreeg het toch wel erg benauwd toen miss L in dit diepe gedeelte, met haar zwarte shirtje begon te duiken en koprollen te maken. Ik kon de gelijkenis met een zeehond niet uit mijn hoofd zetten. Ik was dan ook zeer opgelucht toen we bij het rif waren, waar het ondieper was en veel andere snorkellaars (lees voedingsbronnen ;)) waren.

Gelukkig weerhoudt de angst voor de witte haai mij er niet van om van de oceaan te genieten. Toch kon ik het afgelopen zondag toen we naar het strand gingen niet laten om Facebook te checken op eventuele meldingen. De afwezigheid hiervan en de frequente aanwezigheid van een vliegtuigje waarmee de kustlijn van Adelaide wordt gecheckt op haaien was geruststellend. Tenminste… als je niet bedenkt hoe snel haaien kunnen zwemmen (snelheden tot 50 km/uur) en hoe groot de kans dus is dat een haai niet wordt gespot. Mr B zegt echter altijd dat je wel heel ‘unlucky’ moet zijn als je door een haai wordt gegrepen, iets waar ik het wel mee eens moet zijn als je naar de cijfers kijkt. En Miss L…. die maakt zich überhaupt niet druk over de eventuele aanwezigheid van haaien. De enige emotie die ze tot nu toe heeft getoond na het bediscussiëren van haaien in het water was verbazing toen ze hoorde dat je ‘zelfs’ in het ondiepe niet kan zwemmen als er een haai in de buurt is. Houden zo….

Tanja

 

 

Zwembad

IMG_1100Het enige huis met een zwembad dat ik kende in het stadje waar ik ben opgegroeid was van de burgemeester. We kwamen er zondags langs als we naar mijn oma fietsten, het was een witte villa. Je kon het zwembad niet zien liggen maar het heeft me altijd geïntrigeerd en ik kan nog steeds niet langs dat huis rijden zonder aan dat zwembad te denken.

In Nederland heeft maar ongeveer 1.5 procent van de huizen een zwembad. In Australië ligt dat percentage met 12 procent aanzienlijk hoger. Dit percentage is logischerwijs afhankelijk van het klimaat. In de koudste staat van Australië, Tasmanië, heeft maar zo’n vier procent van de huizen een zwembad, terwijl dit in het tropische noorden van Australië bijna 29% is. Naast het klimaat speelt ruimte natuurlijk ook een rol, het gemiddeld aantal bewoners per vierkante kilometer is in Nederland vele malen hoger (410 personen/km2) dan in Australië (3 personen/km2).

Wij zijn nu de gelukkige eigenaren van een zwembad, een luxe, helemaal in de warme Zuid-Australische zomer. Het is een speelparadijs voor onze 9-jarige dochter en niets zo lekker als een duik in het zwembad na te hebben gesport. Ik had echter nooit eerder nagedacht over het onderhoud van zo’n zwembad. Hoewel mister B het meeste werk doet, loop ik tegenwoordig ook regelmatig met zo’n lange stok met een net rond om de eucalyptusbladeren uit het zwembad te halen. Redelijk zwaar werk, dat had ik ook nooit gedacht. Die “pool guys’ in de film krijgen hun spieren blijkbaar niet van de sportschool :).

IMG_6954

Na onze vakantie bleek het zwembad in plaats van blauw, groen te zijn. Nadat mister B het zwembad weer bijna schoon had, wilden we het toch laten testen voor gebruik. Hiervoor moeten we naar de ‘zwembadwinkel’. Normaal doet mister B dit, maar deze keer was ik degene die met een flesje water op pad ging. In die zwembadwinkel ging er een hele wereld voor me open. Het werd me al snel duidelijk (gemaakt) dat ik aardig wat kennis miste. Allereerst kon ik geen precies antwoord geven op de vraag wat we tot nu toe hadden gedaan om het zwembad weer helder te krijgen en daarna kreeg ik de vraag wat we allemaal van spullen in huis hadden. Dat we chloor hadden wist ik, maar van al die andere substanties wist ik niet eens dat ze bestonden, laat staan of we ze in huis hadden. Na intensief telefooncontact met mister B en een steeds ongeduldig wordende winkelbediende, of moet ik zeggen zwembadspecialist, ging ik uiteindelijk met een dom gevoel, maar met de benodigde zakken en potjes de deur uit.

Het zwembad is ondertussen weer zo goed als blauw, wel fijn met een voorspelde temperatuur van meer dan 40 graden in de komende dagen. Om het water schoon te houden hebben we besloten om de hulp in te schakelen van een robot die de bodem van het zwembad schoonhoudt. Tsja, we moeten immers ook nog wat tijd overhouden om daadwerkelijk in het zwembad te liggen. Dat zal de komende dagen wel gaan lukken!

Tanja

Belair National Park

Belair(2)Belair National Park is een erg mooi natuurgebied een paar kilometer van ons huis, direct naast de school van Miss L. Je kunt er heerlijk hardlopen en we hebben al menig balletje geslagen op de meer dan 50(!) tennisbanen in het park. Het park biedt een ultieme combinatie van sporten en ‘wildlife spotten’: koala’s gegarandeerd en met een beetje geluk zie je ook nog een kangoeroe of emoe (soort van struisvogel).

In het begin hebben we ons vaak verbaasd over de vele sportfaciliteiten en dan met name het in onze ogen nogal overdreven aantal tennisbanen. We kwamen er echter al snel achter dat tijdens feestdagen als Pasen en ‘Queen’s Birthday’ ze echt allemaal bezet zijn. Dan is het park dé plaats voor families en vrienden om bij elkaar te komen. Iedereen neemt zijn eigen eten en drinken mee en de vele bbq’s, die gratis te gebruiken zijn, zijn dan gegarandeerd bezet.

In 1891 werd het park uitgeroepen tot het eerste nationale park in Zuid-Australië, het tweede in heel Australië en het tiende officiële nationale park in de wereld. Dat het ook echt een natuurgebied is, werd ons duidelijk gemaakt toen we in 1999 als backpackers het park voor de eerste keer bezochten. De parkwachter keek naar onze blote benen en vertelde ons in duidelijke bewoordingen dat het slangenseizoen was en dat het niet verstandig was om zo te gaan wandelen. Die wandeling hebben we wel in onze korte broek gemaakt, maar echt relaxed gelopen hebben we niet. Later werd ons ook wel duidelijk dat de waarschuwing van die beste man niet overdreven was. We hebben in de afgelopen jaren meerdere keren moeten omdraaien omdat er een slang op een wandelpad lag.

Belair(1)Het park bestaat uit twee delen, een ruiger gebied dieper in het park met daarvoor een geciviliseerd gedeelte met mooie groene grasvelden, tennisbanen en bbq’s. Direct naast het nationale park ligt een camping en een ontzettend mooie golfbaan, waar ’s avonds de kangoeroes aan het grazen zijn. Voor ons maakt het park ondertussen deel uit van heel wat herinneringen. Miss L heeft er leren fietsen en heeft er haar schoolsportdagen, we hebben er al heel wat verjaardagsfeestjes en bbq’s gehad, de camping was onze verblijfsplaats toen we even geen huis hadden en het park is vaak de eerste plek waar we familie en Nederlandse vrienden mee naartoe nemen voor een Australië-ervaring. Niet gek om zo’n uniek stukje natuur binnen handbereik te hebben :-).

Tanja

Wildlife

In Australië leven… dit betekent een grote variëteit aan diersoorten. Ik moet zeggen dat we in de afgelopen jaren heel wat hebben gezien, maar wennen, dat doet het nooit.

photo (6)Toen ik hoogzwanger in Australië arriveerde, was ik me wat meer dan gemiddeld bewust van alles wat er rondkroop. De eerste kakkerlak was een grote schok en de eerste huntsmanspin die we zagen (onder de patio, buiten dus) is door mr B vakkundig met een schep doodgetimmerd. Tegenwoordig handelen we op de Australische manier en brengen deze ongewenste bezoekers netjes met een glas en viltje naar buiten. Mijn beweegredenen om dit te doen zijn echter niet alleen vredelievend, een huntsmanspin kan tientallen babyspinnen ‘loslaten’ wanneer ze gedood worden. Nou dat horrorscenario wil ik maar wat graag voorkomen!

Rondom ons huis is ook groter wildlife te spotten: kangoeroes, koala’s, papegaaien, parkieten en hagedissen. Het is net een dierentuin! Een paar weken geleden werden we ’s nachts wakker van een ondefinieerbaar geluid. Na een korte speurtocht bleek de bron van het getik een kleine koala te zijn die op het raam aan het tikken was. Hij was verre van bang. Ik denk dat hij zo naar binnen was gekomen als we de deur hadden opengedaan. Nadat we elkaar eens goed bestudeerd hadden (bijna met de neuzen tegen elkaar, ik had namelijk mijn lensen niet in) ben ik met een erg blij gevoel weer in bed gestapt: ‘This is Australia!’.

De laatste twee weken is het ook op mijn werk een waar wildlife-feestje, er zitten namelijk possums in het plafond. Possums zijn net wat groter dan ratten en een beschermd diersoort in Australië (dit in tegenstelling tot Nieuw Zeeland waar ze als een pest worden gezien). Als possums hinder veroorzaken, moet je dan ook een gecertificeerd bedrijf inschakelen. Nou is het niet de eerste keer dat we possums in het plafond hebben zitten, maar het is wel de eerste keer dat de possumurine door het plafond heen lekte. Ik dacht eerst nog dat het hard regende en dat er misschien ergens een lek in het plafond zat (yep, het gebouw waar ik werk is echt heel oud), maar dit bleek ijdele hoop… De possumman is ondertussen geweest, de vallen zijn gezet en mijn kantoor is weer schoongemaakt, maar… ik hoorde vandaag aan het eind van de dag toch echt weer geritsel..

Maar weer snel een thuiswerkdag inlassen.Blog_1

Tanja

Bloggen

Na bijna zeven jaar in Australië begint het schrijven in het Nederlands toch wat moeizamer te gaan. Apart om te merken, omdat dit eigenlijk iets is wat me altijd redelijk makkelijk is afgegaan. Het is steeds vaker noodzakelijk om ’t kofschip te gebruiken en ik verschiet regelmatig van kleur als ik mijn snel geschreven appjes teruglees. Tijd dus om weer wat meer en uitgebreider in het Nederlands te schrijven. Ik heb het idee opgevat om regelmatig een berichtje te posten over dingen die ons hier in Australië bezighouden. Een goede oefening voor mij, een leuke manier om deze en gene wat meer inzicht te geven in ons leven hier en… een mooi ‘dagboek’ voor later!!

Tanja